1900 – 1914: Uitbreiding

In 1900 komt neef Bruin Feijen, de zoon van Hendriks zus (Klaasje), bij Hendrik en zijn vrouw Zwaantje inwonen. De reden hiervan is dat Klaasje is overleden en de vader van Bruin, Klaas Feijen, niet in staat is om voor zijn 8 kinderen te zorgen én zijn werk als praamschipper uit te voeren. Als Klaas Feijen eind 1904 ook komt te overlijden, nemen Hendrik en Zwaantje de voogdij van Bruin op zich. Hendrik weet de banket- en koekbakkerij uit te breiden tot een banket- en koekfabriek en werd er een nieuwe bakoven aangeschaft met wel 3 bakruimten. Om wat korting te krijgen was Hendrik best bereid wat reclame te maken voor deze hete lucht ovens. Met deze bakcapaciteit kon je de productie goed opschroeven. 

Of deze ovens echt zo goed waren als voor werd gedaan in de reclame is de vraag, want op 24 april 1905 brandde de volledige stoombanketbakkerij af. Gelukkig was er een goede verzekering afgesloten. Al gauw werd er een aanbesteding uitgeschreven voor nieuwbouw. Aannemer De Boer werd de opdracht gegund en eind 1905 werd het nieuwgebouwde pand opgeleverd. Daarnaast begint Hendrik ook als grossier te handelen in biscuit, pepermunt, chocolade en suikerwerken.

In 1908 koopt Hendrik de (in volle werking zijnde) Zeepziederij van Trip. Hij zet deze voort onder de naam H. Spijkman & Co. Met de inkopen voor de zeepziederij komen er ook stoffen die prima te gebruiken zijn als hulpmeststoffen. Spijkman & Co verkoopt deze met veel succes middels aanbestedingen aan de kolonie- en veendorpen. Deze waren rond die tijd vol in ontwikkeling naar landbouwgronden. Het bedrijf groeit uiteindelijk uit tot een zeer grote onderneming die tot in de jaren ‘60 aan de Spoorhavenstraat in Coevorden was gevestigd.

In 1914 koopt Hendrik een deel van de veekoekenfabriek ‘Het Arsenaal’, welke is gevestigd in het arsenaal. Hendrik besluit met de kunstmesthandel verder te gaan en doet de activiteiten rondom de grossierderij over aan zijn pleegzoon Bruin. Bruin is al enkele jaren als handelsreiziger werkzaam in het bedrijf en hij zet in het rechterpand aan de haven de Grossierderij verder voort onder zijn eigen naam, Grossierderij B. Feijen.

Bron: Provinciale Drentsche en Asser courant
01-10-1902